Klavecimbel met 1 klavier, Andreas Ruckers, Antwerpen 1644 (Foto Museum Vleeshuis)
Het Klavecimbel
Het klavecimbel is een snaarinstrument dat met toetsen bespeeld wordt.
Voor het ontstaan van de piano was het met het pijporgel het belangrijkste toetsinstrument. In tegenstelling tot de piano, waar bij het indrukken van een toets een hamertje tegen de snaar slaat, wordt bij een klavecimbel de snaar getokkeld door middel van een pennetje, vergelijkbaar met een plectrum. Oorspronkelijk werden voor deze pennetjes ganzenpennen gebruikt.
Dit mechaniek geeft het instrument weliswaar een uniek timbre, maar zorgt ook voor enkele beperkingen. Op een klavecimbel is het bijvoorbeeld veel minder goed mogelijk onderscheid te maken tussen piano of forte (zacht of hard) spelen. Bovendien is het op een klavecimbel veel minder goed mogelijk ‘lange’ noten te spelen, omdat het geluid betrekkelijk snel wegsterft.
Vaak heeft het klavecimbel twee klavieren of manualen boven elkaar, die verschillende registers bedienen, te vergelijken met een pijporgel. Meestal is het ene klavier dan luider dan het andere en kunnen de twee ook gecombineerd worden voor een nog luidere klank. Op deze manier kan men op het klavecimbel een groter verschil in dynamiek bereiken.
Klavecimbel met 2 klavieren, Joris Britsen, Antwerpen 1681 (Foto Museum Vleeshuis)
Tegen het einde van de 16e eeuw werden de eerste klavecimbels gebouwd in Italië. Ze dienden als goedkoop oefeninstrument voor het pijporgel. Het nieuwe instrument waaide over naar de rest van Europa. Vooral de verdere ontwikkeling van het instrument in Vlaanderen is daarbij van belang geweest. Onder de eerste klavecimbelbouwers waren de Antwerpenaren Jacob Aelbrechts en zijn zoon Lucas. De beroemdste familie van klavecimbelbouwers is de familie Ruckers, eveneens uit Antwerpen.
Klavecimbels zijn er in verschillende vormen en met allerhande versieringen.
Sommige hebben een effen kleur, maar er zijn veel klavecimbels versierd met schilderwerk aan de binnenzijde van de klep en soms ook aan de buitenkant van de kast.
Beschilderd deksel klavecimbel, Andreas Ruckers, Antwerpen ca. 1605 (Foto Museum Vleeshuis)
Een bundel met een verzameling muziek voor ander andere klavecimbel, het Susanne van Soldt-manuscript, samengesteld rond 1599 door de Antwerpse koopmansdochter Susanne van Soldt geldt als een van de belangrijkste bronnen voor Nederlandse muziek uit deze tijd.
In de barok kreeg het instrument een andere functie. In een concert werd het klavecimbel meer en meer gebruikt als begeleidingsinstrument, dat basso continuo speelde, vaak samen met een laag blaas- of strijkinstrument zoals een fagot of cello.
In het classicisme maakte men meer en meer gebruik van overgangsdynamiek (geleidelijk aan luider of zachter spelen). Omdat het klavecimbel dit niet kon spelen, zocht men naar vervanging en verdween het klavecimbel meer op de achtergrond. De wens een instrument te maken dat wel hard en zacht kon spelen resulteerde in de pianoforte. Daarmee verdween het klavecimbel uit de belangstelling.
4 small pieces by Bach performed on a spinet
Bach: Harpsichord Concerto No.1 in D Minor BWV 1052 (Jean Rondeau)
Spinet of virginaal of muselaar?
Een spinet is een snaarinstrument dat behoort tot de klavecimbels. Het is een soort virginaal.
Het wordt op dezelfde wijze bespeeld als een klavecimbel, maar onderscheidt zich door de plaatsing van de snaren: ze liggen niet in het verlengde van de toetsen, maar maken er een hoek mee. De vorm van een spinet is meestal driehoekig of vleugelvormig. En waar het gewone klavecimbel meerdere registers heeft, heeft het kleinere spinet er slechts één.
Er zijn twee soorten virginalen:
– virginalen met het klavier meer aan de linkerzijde/het midden. Die noemen we virginalen van het spinet-type, of gewoon spinetten. Ze hebben een heldere klank;
– virginalen met het klavier meer aan de rechterzijde. Die noemen we virginalen van het muselaar-type, of gewoon muselaars. Ze hebben een omfloerste klank.
Het spinet werd en wordt vooral in huiselijke kring gebruikt. Het ontleent zijn naam aan Giovanni Spinetti, die naar verluidt in 1503 in Venetië het eerste spinet bouwde.
Wie meer wil weten over klavecimbels, virginalen en spinetten verwijs ik naar het prachtige werk met zeer vele afbeeldingen en duidelijke teksten: Antwerpen | Klavecimbelstad door Timothy de Paepe, uitgegeven door het Museum Vleeshuis | Klank van de Stad.
Het is te koop in het Vleeshuis en in boekhandel De Standaard.
Recent namen we bij Museum Vleeshuis een cd op met 17de-eeuwse klaviermuziek, en we gebruikten daar moderne kopieën voor, sommige naar voorbeelden uit de Vleeshuiscollectie
CD-opname: Antwerpen Klavecimbelstad