Gheboden ende vuytgheroepen by
Scouteth, Borgemeesteren, Schepenen, ende
Raedt de stadt van Antvverpen op den
XVijen. Iunij CVc. LXXXI


Alsoo verscheyde persoonen ende jongers/ soo bin-
nen deser stadt als buyten inde vesten ende andere
plaetsen ende water der selver/ hen daghelycx ver-
vorderen naeckt te loope[n] baeden/ en schandeleuselyck
hen lyff t’ondecken/ tot onstichtinge van goede lie-
den ende eerlicke Borgeren aldaer passerende/ Waer
deur oock ghescapen waeren etlicke inconvenienten te gerysen/ als
dat alsulcken persoonen ende iongers lichtelijcken souden gheraken
deur alsulcken pylijckheit ende ongeregeltheyt te verdrincken/ tot
grooten verdriete van heure ouders ende vrienden: Soo ist/ dat
men van s Heren ende der stadt weghen wel scherpelijck ghebiedt
eenen jegelijcken/ van wat conditie en qualiteit hy zy van  nu voort
aene/ niet meer te baden inde vesten/ noch in eenige andere wateren
binnen oft buyten deser stadt/ opte veruerte van alle henne cleede-
ren/ die sy zullen van heuren lyve ontcleet hebben/ tot proffyte van
s Heeren dienaers/ die de selve zullen connen achterhaelen/ ende daer-
enboovene dat de ouders ofte meesters van alsulcken jongers zullen
verbueren sesse karolus guldens eens/ te bekeeren in dryen/ d’een deel
voor den Officier/ het tweede voor de stadt/ ende t’derde tot behoeff
vanden huis-armen der voorsz. stadt.

H. de Moy

Geboden en uitgeroepen door de schout, burgemeesters, Schepenen, en de Raad van de stad Antwerpen op de 17 juni 1581

Omdat verschillende personen en jongeren zowel binnen deze stad als daarbuiten in de vesten en andere wateren van deze stad zich dagelijks permitteren naakt te baden en schandelijk hun lijf te ontbloten tot grote ergernis van de goede en eerlijke burgers die daar passeren, en er talloze bezwaren werden geformuleerd zoals dat zulke personen en jongeren gemakkelijk door zo’n overlast en ongeregeldheid kunnen verdrinken tot groot verdriet van hun ouders en vrienden.
Daarom verbiedt men vanwege de heren en de Stad iedereen scherp -wie hij ook moge zijn- nog in de vest of andere wateren te baden binnen of buiten deze stad.
De straf hierop is de verbeuring van al de kleren die zij hebben uitgedaan, ten voordele van de dienaars van de heren. Zij mogen deze meenemen. Daarenboven zullen de ouders of meesters van deze jongeren zes carolusgulden moeten betalen te verdelen in drieën: een deel voor de officier, een tweede deel voor de Stad en het derde ten voordele van de armenhuizen van de voornoemde stad.

H. De Moy

Stadssecretaris Hendrik de Moy (1534-1610).

Hij heeft de Antwerpse archieven grondig hervormd.
Hij is de auteur van het tractaat: Tractaet vande camere vanden rentmeesters, begrypende int cort hoe het incomen van deser stadt van oudts is geadministreert geweest: hoe oudt het officie vanden rentmeester is, soe dit van tween op vieren, daer naer op drije ende ten lesten syn gecomen op twee tresoriers ende eenen rentmeesters dwelck als noch is duerende… Al tsamen bij een getrocken vuyten ouden registeres, privilegieboecken, ordonnantien ende instructiën vanden hove: deur mr Henrick de moy, secretaris deser stadt.
J. Denucé, ‘de rekenkamer van Antwerpen: inventaris van het archief’ in: Antwerpsch archievenblad, Antwerpen, 1934 (1e aflevering, januari), p. 110