Gheboden ende wt-gheroepen … den VII martij 1607: Alsoo eenen bij name Albert Geertssens … opden Steen alhier om verscheyde leelijcke capitale feyten was ghevanckelijck ghestelt … daer uyt te breken …Sorteertitel: Ordonnantie: [1607,03,07]

Gheboden ende wt-gheroepen by
mijnen Heeren den Onder-schouteth, Borgher-
meesteren, Schepenen, ende Raedt der Stadt
van Antwerpen, op den Vij. Martij, 1607

Alsoo eenen by name Albert Geertssens geboren
van Zeedam in Hollandt bij Amstelredam/ de
welcke bijden Schouteth van Berchem onlanx
gheleden opden Steen alhier om verscheyde lee-
lijcke Capitale feyten was ghevanckelijck ghe-
stelt/ hem heeft vervoordert gisteren nacht het
voorseyde Heeren gevanckenisse te violeren/ en-
de daer uyt te breken/ ende want t’selve niet en behoorde onghe-
straft te blijven/ S o o   i  s  t   datmen den selven Albert Geerts-
sens voorts-roept des aengaende te comen t’zijnen verantwoor-
de binnen rriiij uren/ oft anderssints salmen niet tegen-staende
sijne absentie teghen hem voorts procederen/ ghelijckmen nae
recht ende costume gewoon is te doene. Verbiedende allen Poor-
teren ende Inghesetenen deser Stadt van wat qualiteyt die zijn/
den voorseyden Albert Geertssens te herberghen/ logeren/ oft
versteken/ op pene van arbitralijck als fauteurs ende voorstaen-
ders van Boeven ende criminele persoonen ghestraft te worden.
Ende soo wie den selven weet te wijsen oft segghen waer hy is/
sulcks dat hy come in handen van Justitie/ sal hem voor een re-
compense promptelijck van s’Heeren weghen uytghereyckt/ ende
ghegheven worden de somme van hondert guldens eens. Ende
op dat hij te beter bekent ende achterhaelt magh worden/ soo
laetmen eenen-yeghelijcken weten/ als-dat hy is van ouderdom
van ontrent dertich iaeren/ sterck ende lanck van persoone/ ros-
achtig van baerde/ hebbende onder zijn rechte oore seker lick-
teecken van een quetsure.

G. Kieffel

fauteur: onruststoker, herrieschopper, oproerkraaier



Geboden en verordeningen van de heren onderschout, burgemeesters, schepenen en de Raad van de stad Antwerpen, 7 maart 1607

Een zekere Albert Geertssens, geboren in Zeedam in Holland bij Amsterdam, die door de schout van Berchem voor het bedrijven van zware misdadigheden in het Steen werd opgesloten, is gisterennacht uit de gevangenis gebroken en is ontsnapt, wat niet ongestraft mag blijven.
Daarom roept men de voormelde Albert Geertssens op om zich binnen de 24 uren te komen verantwoorden, anders zal men niettegenstaande zijn afwezigheid toch tegen hem een proces voeren, naar oud recht en gewoonte.
Aan elke poorter en ingezetene van deze stad, wie hij ook is, wordt verboden de voormelde Albert Geertssens te herbergen, te laten logeren of te verbergen op straffe van als oproerkraaier en helper van boeven en criminelen gestraft te worden.

Wie deze boef weet aan te wijzen of kan zeggen waar hij zich bevindt zodat hij in handen valt van de justitie, zal onmiddellijk een beloning van 100 gulden krijgen van de heer.

Omdat hij beter zou kunnen worden gevonden laat men iedereen weten dat hij ongeveer 30 jaar oud is, een sterke en grote persoon met een rosachtige baard en onder zijn rechteroor een zeker litteken heeft van een verwonding.

G. Kieffel